Hoofdstuk 02 Uitlaten een ramp

===================================

Een kleine tegenvaller was dat je niet gelijk met ons mee mocht. Wij moesten er eerst een nachtje over slapen en er over nadenken. Maar ons besluit stond al vast, jij werd het en daarmee basta. Enigzins teleurgesteld gingen we weer naar huis. Onderweg bedachten we dat jij nog een mand moest hebben,die gingen we dus maar kopen. Het werd een donkergroene van kunststof en wij zetten de mand voor de t.v. Gelukkig nog  één nachtje slapen, dan mochten we jou komen ophalen. Dit keer niet met de auto, want de mannen moesten werken. Zenuwachtig gingen de jongens en ik op weg. Na voor ons gevoel een hele lange busrit en een klein stukje lopen waren wij er. Wat waren we blij je te zien en zo te horen was jij dat ook. Trots stapten wij met jou de bus in. Eenmaal uit de bus ging je rustig en helemaal zonder trekken met ons mee. Op weg naar je nieuwe thuis. Thuisgekomen  ging  je eerst alles eens goed besnuffelen. Bijna alles vond je vreemd en raar, zoals vogels die had je zeker nog nooit gezien he, volgens mij was je een buitenleven gewend. Je nieuwe mand, dat was lachen hoor, je ging er gewoon niet in. We probeerden je over te halen met lekkere dingen in de mand te leggen, je liet het mooi liggen! Jij had al een ander plekje gevonden, namelijk voor de bank lekker dicht bij je nieuwe baasjes. Toen werd het tijd om je uit te laten dat was een crime, bij elke hond die je tegenkwam, ging je vreselijk hard blaffen. Op een afstandje (vrouwtje ging altijd achter een auto of zo staan), bleef je blaffen en blaffen en draaide je rondjes tot de hond weg was en dan konden we weer rustig verder,  Soms hielp het als ik zei dat het goed was en als ik dan rustig met je praatte kalmeerde je meestal wel.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*