Dat was weer even een heftig avontuur voor onze witte. Maar nu is hij er wel weer een jaar vanaf. Nu begon het weer ook gelukkig steeds beter te worden. Heerlijk voor Stoney dan kan hij weer lekker achter buiten liggen. Ook de kater van een paar huizen verderop komt weer dagelijks op bezoek. Het gaat heel goed met jou en de kater.(joia) Je accepteert dat hij er ook een beetje bij hoort, je snuffelt eens aan hem en dan is het klaar. Nou hoor ik nog altijd die vrouw uit het asiel zeggen;”hij kan absoluut niet tegen katten”. Ze moesten je nu eens kunnen zien. Nu scheelt het wel dat deze kater joia een hond gewend is maar toch. Ik ben al lang blij dat het zo goed gaat. Vaak als deze kater komt buurten krijgt hij wat brokjes of zo en dan krijgt Stoney natuurlijk ook wat. Zo accepteer hij het wat makkelijker. Alleen moet de kater niet binnenkomen want dat gaat zelfs onze witte te ver. Logisch want wij hebben ook vogels en vissen en trouwens deze kater heeft een goed huis. Buiten mag deze kater alles, zelfs op schoot zitten. Nu even wat anders. In het hoofdstuk 17 was er sprake van de birds(kraaien) Nou het kan nog gekker. Wij lieten de hond uit op het grote grasveld en daar hoorden we een geschreeuw. Ja hoor, kraaien, ze vlogen rondjes en krijsten luid. Toen wij verder liepen zagen wij wat het probleem was. Er liep een vreemde kat die was iets te dicht bij hun nest gekomen. Deze kraai viel gewoon de kat aan. Gelukkig voor de kat maakte hij zich klein en rende heel hard weg. Toen keerde de rust weer terug want het gevaar was geweken.Dat was toch even spannend. Gelukkig een happy end.